Kanotocht


'Nee, niet te veel naar links, je moet meer naar rechts! Kijk uit, daar is een rots!'

'Welke rots?'

'Naar links, links blijven van die rots ... Ik zeg toch dat daar een rots is ... Nu ga je er recht op af.'

'Welke rots?'

'Niet naar die rots!'

En toen zaten we vast.
Op die rots.


Het was geen geweldige instructie, dat geef ik gelijk toe. Die stroomversnelling lag bezaaid met rotsen. Het was dus behoorlijk lastig om te zien welke rots ik bedoelde, zeker van achter in de kano. Maar ja, wat wil je? Nog nooit samen in een kano gevaren als jonge ouderen.


'Nou okè, we zitten vast ... En nu?’
Uiteraard is dit een geheel overbodige vaststelling, want dat we muurvast zitten is allang duidelijk. Niet alleen voor ons, maar ook voor alle dagjesmensen die zich vol overgave neergevlijd hebben op de oever bij deze stroomversnelling. Ook wij stellen ze niet teleur. Het kan niet anders dan dat deze scenes vanaf de oever vermakelijk zijn. Heerlijk zo'n stroomversnelling! Alleen in de kano stijgt het schaamrood je ongewild op de kaken.


Een half uur geleden wisten we nog niet dat we als onervaren duo spontaan in een kano zouden stappen. Op deze zonnige dag waren we een eind gaan wandelen. Vlakbij het naburige dorp aangekomen bleek onze weg naar dit dorp bergafwaarts te lopen. Het dorp leunt tegen een helling aan. Het ziet er bijzonder fraai uit. We willen het verkennen.


We lopen omlaag door het pittoreske dorp. Het is een juweeltje. Vervolgens volgen we de bordjes naar de verder gelegen rivier. We lopen erheen in de hoop langs de rivier weer terug te kunnen keren naar onze camping. Onze hoop wordt in de kiem gesmoord bij het zien van de oever. Er loopt geen pad. Gelukkig zien we een bord 'Kanoverhuur'. Dat is een uitkomst. Liever kabbelend met de stroom van de rivier mee dan te voet bergopwaarts terug naar de camping  te moeten lopen.


Onze eindbestemming is geen ophaalpunt van de kanoverhuurder. Tot onze opluchting wil hij voor ons een uitzondering maken. Het is geen moeilijke tocht. Hooguit een uur varen. En ja, de boot kan omslaan, maar dit deel van de rivier is wel makkelijk. En ja, we worden zeker weten nat. We zitten immers in een kano.


Met instructies hoe we de kano op de oever van de eindbestemming achter moeten laten, begeven we ons naar de rivier. Wandelschoenen uit, broekspijpen omhoog. We bergen onze spullen op in de afsluitbare drijvende ton en maken deze vast aan de kano. Even banjeren door het behaaglijke water om met een zwierige 'sprong' onze plaatsen in de kano in te nemen.
En weg zijn we.
Wat een onverwacht avontuur. Kanoën in de Gorges de l'Ardèche! Volgens de reisgidsen de snelst stromende rivier van Frankrijk. Hopelijk op een ander tijdstip van het jaar!


Het water is spiegelglad, behalve daar waar de wind erop staat of waar rotsen verspreid liggen in de rivier. Welke van de twee is in eerste instantie bij onze aanvang lastig te zien. Bij stroomversnellingen is het een mengelmoes van verschillende stromingen. Het lijkt ons het slimst om daar het meest gladde spoor te nemen mocht die aanwezig zijn. Deze inschatting blijkt te kloppen bij de eerste stroomversnelling.


Een kano, die na ons is gestart, gaat ons al spoedig voortvarend voorbij. We volgen hun spoor, want het lijken ervaringsdeskundigen. We houden ze niet bij. Ze gaan te snel. We doen het liever rustig aan om eerst samen wegwijs te worden op het water.
Het samen roeien blijkt best moeilijk. Als we een slag teveel maken, gaat het vaartuig al snel de verkeerde kant op. Herstellen is dan lastig. Hoewel de rivier breed is, blijken we zomaar aan de andere kant van de oever terecht te komen als we niet uitkijken.
We besluiten dat ik niet meer zal peddelen en alleen nog bijstuur.


En nu zitten we dus muurvast.
De kano die voor ons lag zit ook muurvast in deze stroomversnelling.
We willen noch onze kano, noch één van de roeispanen kwijtraken. Als we uitstappen zal dat onherroepelijk gebeuren. Derhalve besluiten we beiden om half staande, één been buitenboord te zetten en ons daarmee aan de rotsen onder de kano af te zetten. Dat blijkt een gouden ingeving te zijn, want we zijn snel los en drijven weliswaar achterstevoren de stroomversnelling uit, maar we zijn los!


Een man aan de kant roept dat we om moeten draaien. 'Dat meen je niet' roepen we in koor, waardoor de man zich vast realiseert hoe onnozel zijn opmerking was. Na tien meter krijgen we weer grip op het vaartuig en varen we weer vooruit. Net als in het normale leven blijkt ook hier dat je soms gewoon met de stroom mee moet gaan om daarna weer het heft in eigen hand te kunnen nemen.


De daarop volgende stroomversnellingen krijgen ons niet meer klein. Er zijn zelfs mensen die hun duim omhoog steken wanneer ze onze manoeuvres bij de stroomversnellingen waarnemen.


Veel sneller dan verwacht komen we aan bij onze eindbestemming. Het aanmeren blijkt ook niet echt moeilijk. Een zandstrandje . . . zonder rotsen!

©: 2019 cathinka de vries