De bejaarde dame waggelt met kordate voortvarendheid langs mij richting het Paleis van Diocletianus dat waakt over de haven hier in Split. Het is geen huis-tuin-keuken waggel zoals je vaker bij ouderen ziet. Deze is uniek in zijn soort. Het is net een staartklok dat zijn metrum ragfijn uitvoert. In één tempo helt haar bovenlichaam zwaar over naar de ene zijde om vervolgens, naar evenwicht zoekend, hetzelfde patroon te herhalen aan de andere zijde.
Nog geen twee meter achter haar verschijnt een oude man. Zijn grijze jas kan niet verhullen dat zijn rug al aardig krom getrokken is door de jaren die achter hem liggen. Voorbij vervlogen jaren met verzamelde bagage dat nu als een opbollend rugzakje aan hem kleeft. De man is net zo klein als zijn vrouw. Terwijl zij een gedrongen figuur heeft met brede heupen, is hij schriel mager. Zijn jas lijkt twee maten te groot voor hem. Die hangt dan ook als een spookjas om zijn lijf. Het is de wapperende stadsplattegrond in zijn vrije hand die verraadt dat ook zij toeristen zijn in dit door oudheden doordrenkt centrum van Split.
Haar tempo heeft iets weg van een slakkengang. Waar een slak zijn weg weet te bevochtigen om een soepele voortgang mogelijk te maken, lijkt haar lichaam achter te blijven bij wat zij het opdraagt. De stille sluipende verwoester heeft daarop leeftijdssporen achter gelaten. Het krijgt vooralsnog geen vat op haar wilskracht. Die heeft een kracht als de zon.
Hoe verder ze hun weg afleggen, hoe meer hij ineen lijkt te krimpen bij de afstand die nog rest. Hij volgt. Het is alsof hij weet dat als hij geen voortgang maakt, hij de afstand niet meer overbruggen kan. Zonder haar had hij deze weg waarschijnlijk niet afgelegd. Hoe anders is dat bij andere stellen. Die ruziën over de spontane initiatieven van één van de twee bij het onopgemerkt inslaan van een eigen koers. Deze stellen hebben van lieverlee walkie talkies aangeschaft om elkaar bij zulks ongenoegen opnieuw te kunnen vinden. Daar heeft deze vrouw haar hele leven, zo lijkt het, geen moment over na hoeven denken. Zij wijst de weg. Hij volgt. Omdat ze het zo gewend zijn.
Deze stad staat vast op hun bucket list. Een smartphone is reeds van deze wensenlijst afgevinkt. Dat blijkt als de vrouw zonder enige aarzeling met haar vrije hand het mobiele apparaat uit haar tas pakt om een foto te maken van de haven met z'n goed gevulde terrasjes. Hij vindt het ook een goed idee, want hij grijpt naar een binnenzak. Hij tovert een digitaal cameraatje tevoorschijn waarmee hij een foto tracht te maken. Het zicht op het display zit niet mee in de felle zon. Hij klemt het apparaat scheef tegen zij rechteroog om ook deze onvergetelijk scène voor later vast te leggen. Vanavond komt vast een moment om de verstilde impressies van die dag te bekijken.
De oude dame stevent zonder enkele twijfel naar twee vrijgekomen stoelen op het voor haar dichtstbijzijnde terras. Met weinig omhaal ploft ze neer. Met een handgebaar wijst ze hem de makkelijkste weg naar zijn stoel. Dit keer meent hij het beter te weten. Hij komt bedrogen uit. Terwijl zij inmiddels breeduit de menukaart bestudeert is hij nog steeds in gevecht met de stoelen die zijn doorgang blokkeren.
Eén ding is duidelijk: die bucket list, daar wordt hard aan gewerkt.